
Ingrediënten:
- 80 g boter, op kamertemperatuur
- 110 g fijne kristalsuiker
- 2 eieren
-1 el cognac
- geraspte schil van 1½ sinaasappel
- 150 g bloem, plus extra om te bestuiven
- ½ tl gemberpoeder
- ¼ tl zout
- 80 gedopte pistachenootjes
- 60 g stemgember op siroop, uitgelekt en grof gehakt
Bereiden:
1. Klop met de mixer de boter en suiker tot een bleek, luchtig mengsel. Voeg één voor één de eieren toe en klop tussendoor steeds goed.
2. Roer de cognac en de sinaasappelrasp door de boter-eimassa, vervolgens de bloem, gemberpoeder en zout. Spatel de pistachenootjes en de gember erdoor.
3. Bekleed een bakplaat met bakpapier en bestuif met wat bloem. Schep het deeg erop en laat het ongeveer 30 minuten in de koelkast opstijven.
4. Verwarm de oven voor op 170' C boven-en onderwarmte. Haal het deeg uit de koelkast en vorm met je handen die je met bloem hebt bestoven (het deeg is erg plakkerig) een lange rol van 25 cm (hoeft niet perfect te zijn, omdat het deeg tijdens het bakken nog iets uitloopt. Bak de rol 20 minuten en laat daarna helemaal afkoelen.
5. Verlaag de oventemperatuur naar 130'C boven-en onderwarmte. Snijd de afgekoelde deegrol in 1 cm dikke plakken (ongeveer 25 stuks). Leg ze plat op een met bakpapier beklede bakplaat en zet ze nog 40 minuten in de warme oven tot ze knapperig zijn. Laat ze afkoelen op een rooster en bewaar ze in een goed gesloten trommel.
Bron: "Het Kookboek" Yotam Ottolenghi
Dit zijn niet de traditionele Italiaanse koekjes waar je je tanden op breekt, maar een zachtere, vriendelijker variant. Ze heten wel biscotti omdat ze tweemaal worden gebakken; de eerste keer als rol en de twee keer in plakjes gesneden.
Biscotti betekent 2 keer gebakken. Wat nu precies het verschil tussen biscotti en cantuccini is, heb ik even gegoogled. Ik kwam er achter dat met beide benamingen hetzelfde koekje wordt bedoeld. In Toscane noemen ze het cantuccini en zo worden ze ook genoemd als het recept afwijkt van de traditionele ingrediënten. Orgineel behoort er alleen suiker, bloem, eieren, pijnboompitten en amandelen in te zitten. Beslist geen boter of vet, omdat ze daardoor meestal vrij droog zijn worden ze geserveerd als een after diner dessert met een glaasje vin santo waar je ze in kunt dopen. Men serveert ze ook wel bij de koffie en thee. Hoe je ze ook wilt noemen, ze zijn ontzettend lekker en natuurlijk erg leuk om ze na het kerstdiner bij een kopje cappuccino of espresso te serveren.